We ontvangen regelmatig vragen van mensen die trouwambtenaar willen worden, maar ook van collega’s uit het hele land. Daarom hebben we hier de antwoorden op de meest gestelde vragen verzameld.

Een veel gestelde vraag is hoe je trouwambtenaar wordt. Om dit te worden, word je officieel aangewezen door een gemeente (vóór 1 januari 2020 heette dit een ‘benoeming’) en beëdigd door een rechtbank.

Staat je vraag er niet bij? Stuur dan gerust een mail naar jaikwil@matrimonium.nl, we helpen je graag verder!

Om trouwambtenaar (BABS) te worden, heb je een aanwijzing van een gemeente én een beëdiging door de rechtbank nodig. De beëdiging kan alleen plaatsvinden op voordracht van een gemeente; je kunt dit dus niet zelf aanvragen.

De aanwijzing is geldig in de gemeente die je heeft aangesteld, terwijl de beëdiging landelijk geldig is. Beëdiging en aanwijzing zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden: zonder beëdiging heeft de aanwijzing geen rechtskracht, en omgekeerd.

Let op: loopt je aanwijzing af en vind je daarna pas een nieuwe gemeente om als BABS aan de slag te gaan, dan is een nieuwe beëdiging nodig.

Veel gemeenten bieden ook de mogelijkheid om een eenmalige aanwijzing aan te vragen, zodat je als gast-BABS een huwelijk kunt voltrekken. Dit kan alleen als je een lopende beëdiging hebt.

Belangrijk om te weten: als je geen officiële aanwijzing hebt, maar wel huwelijksceremonies verzorgt, dan ben je officieel geen trouwambtenaar maar ceremoniespreker.

De beëdiging vindt plaats bij de arrondissementsrechtbank van het rechtsgebied van de gemeente, waarbij je kunt kiezen tussen het afleggen van een eed of een belofte.

Of je in het buitenland een huwelijk kunt voltrekken hangt af van het land waar het bruidspaar wil trouwen; niet elk land staat dit toe. Het is verstandig om contact op te nemen met de autoriteiten van het betreffende land om te informeren naar de mogelijkheden. Een ambassade kan het bruidspaar vaak al goed verder helpen en je van de juiste informatie voorzien.

Let op: het huwelijk wordt voltrokken volgens de wetten van het land waarin het ja-woord plaatsvindt. Dit is zeker iets om bij stil te staan.

In het burgerlijk wetboek (Artikel 67) is vastgelegd wat het echtpaar elkaar moet beloven.

  • De aanstaande echtgenoten moeten ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand en in tegenwoordigheid van de getuigen verklaren, dat zij elkander aannemen tot echtgenoten en dat zij getrouw alle plichten zullen vervullen, die door de wet aan de huwelijkse staat worden verbonden.
  • Terstond nadat deze verklaring is afgelegd, verklaart de ambtenaar van de burgerlijke stand, dat partijen door de echt aan elkander zijn verbonden, en maakt hij daarvan in het daartoe bestemde register een akte op.

De vraag is dan ook: <Naam 1> neemt u <Naam 2> aan tot uw echtgeno(o)t(e) en belooft u getrouw alle plichten te zullen vervullen die de wet aan de huwelijkse staat verbindt? Wat is hierop uw antwoord?

Natuurlijk kan hier wel een aanvulling op komen, maar dit gedeelte is verplicht. Het antwoord moet bevestigend zijn, dat is het zogenaamde JAWOORD.

‘Dan, verklaar ik, als ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente <naam gemeente waar het huwelijk wordt voltrokken>, dat <naam 1> en <naam 2> vanaf dit moment door de echt met elkaar zijn verbonden.’

Een bruidspaar mag samen minimaal 2 en maximaal 4 getuigen vragen. Elke getuige moet 18 jaar of ouder zijn en een geldig identiteitsbewijs hebben; de nationaliteit van de getuige maakt niet uit.

Goed om te weten: soms denken bruidsparen dat ze per persoon 2 tot 4 getuigen mogen kiezen, maar het aantal geldt voor het stel samen.

Dat mag, als hij of zij maar minimaal 18 jaar is en in het bezit van een geldig id-bewijs.

Zolang er nog minimaal 2 andere getuigen aanwezig zijn, is er geen probleem. Als dat niet het geval is, kan er een vervangende getuige geregeld worden. Gelukkig is het tegenwoordig zo dat iedereen een geldig identiteitsbewijs bij zich moet hebben, dus als iemand die bij de ceremonie aanwezig is dat heeft, kan het op dat moment vaak eenvoudig worden opgelost.

Naamgebruik betekent dat de achternaam niet wordt gewijzigd, maar dat ook de naam van de echtgenoot of echtgenote als aanspreeknaam gebruikt kan worden. Officiële instanties spreken diegene dan met die naam aan. In het paspoort blijft altijd de eigen naam behouden, en er kan alleen gekozen worden voor de vermelding “echtgenoot van” (e/v) of “partner van” (p/v).

De achternaam na het huwelijk hangt af van de nationaliteit van de bruid of bruidegom, omdat dit de naamrechten bepaalt. Voor Nederlandse staatsburgers geldt dat ze altijd hun eigen naam kunnen behouden. Nederland kent alleen naamgebruik (zie vraag hierboven). In veel andere landen is het wel mogelijk om de naam te wijzigen na het huwelijk, maar dit moet dan bij de betreffende autoriteiten worden geregeld. Als de bruid of bruidegom een nieuw paspoort ontvangt met de naam na het huwelijk, wordt dit ook aangepast in de Basisregistratie Personen (BRP).